Wat heeft het gekost

Lasten

P6PD1.23 Participatie

• Het burgerberaad is afgerond met een burgerakkoord. Dit heeft in het laatste kwartaal niet tot uitgaven geleid waardoor er budget overblijft (23V).
• Er is minder vraag geweest voor initiatieven vanuit de samenleving dan we begroot hebben (34V).
• Bij het opstellen van de 2e bestuursrapportage 2024 is aangegeven dat het budget dat ingezet kan worden voor burgerparticipatie gebruikt zal worden voor het inrichten van een bewegingsplein in 't Zand. Echter konden de werkzaamheden niet plaatsvinden in 2024 en worden de kosten doorgeschoven naar 2025 (75V).
• Overige verschillen (10V).

P6PD2.23 Dienstverlening en organisatie

• Voor de begroting gaan we uit van de te verwachtte vernieuwingen van rijbewijzen en reisdocumenten op basis van wat wij uit ons systeem halen en wat wij doorkrijgen van de RDW. Daar zitten niet de nieuwe aanvragen bij. De verwachtte vernieuwingen en de nieuwe aanvragen zijn hoger uitgevallen dan onze prognose. Hierdoor hebben we een positief resultaat bij de baten. Het tegenovergestelde zien we bij de lasten. We moeten meer afdragen aan het Rijk (68N).
• Overige verschillen (14N).

P6PD3.23 Veiligheid

• In 2024 heeft een extra afschrijving plaatsgevonden op een gebouw van de reddingsbrigade (86N).
• Lagere kosten project integrale veiligheid(41V)

Het voordeel op de lasten wordt onder andere veroorzaakt doordat in 2024 geen kosten zijn gemaakt voor de aanpak van ondermijning. Eind 2024 is de Noord-Hollandse weerbaarheidsnorm vastgesteld. Deze norm vormt de basis om de aanpak van ondermijning verder uit te rollen. Kosten voor deze aanpak zullen voor het eerst in 2025 zijn.

• Overige verschillen (17V)

P6PD4.23 Bestuur

• De pensioenopbouw van de bestaande wethouders en voormalig wethouders zijn in beeld gebracht. Vanuit deze berekeningen is naar voren gekomen dat de gevormde voorziening aangevuld moest worden om alle toekomstige verplichtingen te borgen.

Conform de BBV is het verplicht om de bestaande voorzieningen op niveau te brengen en hiervoor is het noodzakelijk geweest om een extra storting te laten plaatsvinden zodat de voorziening weer aansluit op de toekomstige verplichtingen. (168N).

• Overige verschillen (3N).

P6PD5.23 Organisatiekosten

• De afgelopen twee jaar hebben we meer aan ontwikkeling van de organisatie besteed dan de jaren daarvoor, zodat we kunnen werken aan een organisatie die flexibel, communicatief en netwerkend is. Op deze manier kunnen we inspelen op wat bestuur en de samenleving van ons vragen. Daarnaast hebben we de afgelopen twee jaar meer dan 200 vacatures vervuld. Daar zitten medewerkers bij zonder gemeentelijke ervaring, medewerkers die voor het uitoefenen van hun functie vereiste opleidingen en certificaten moeten halen, en medewerkers die intern zijn doorgestroomd en voor hun nieuwe functie opleidingen gevolgd hebben. Bovendien merken we dat opleidingen door indexering vanwege inflatie het afgelopen jaar aanzienlijk duurder zijn geworden. De hogere kosten op het bestaande budget opleidingen (65N) zullen wij na aftrek van de inkomsten onttrekken uit de gevormde reserve Opleidingen, waardoor het geen effect heeft op het rekeningresultaat.
• In de begroting is budget opgenomen voor het vergoeden van betaalde belastingen voor gebouwen die in eigendom zijn van de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn schoolgebouwen of andere gemeentelijke gebouwen. In 2024 heeft er een nabetaling plaatsgevonden aan een schoolbestuur over in rekening gebrachte belastingen van  voorgaande jaren. Deze nabetaling zorgt voor overschrijding op dit budget (53N).
• Bij gemeente Schagen staan gezondheid en vitaliteit centraal. Wij geloven dat mentaal en fysiek gezonde en vitale medewerkers enthousiast en gemotiveerd zijn. Maar ook productiever, meer betrokken en veerkrachtiger in het omgaan met uitdagingen en veranderingen. Daarom heeft de gemeente Schagen als werkgever een persoonlijke gezondheidscheck aangeboden aan alle medewerkers om inzicht te krijgen in de persoonlijke gezondheid en vitaliteit. Het bestaande budget voor bedrijfsgezondheidszorg is hier tussentijds niet op aangepast (31N).
• Hoewel het energieverbruik in 2024 wel is gedaald zijn kosten per m3 en kWhw fors gestegen. Dit heeft geleid tot een budgetoverschrijding (113N).
• De implementatie van enkele nieuwe applicaties en systemen is duurder uitgevalllen dan geraamd. Met name de overstap naar een nieuw Belastingensysteem is veel duurder gebleken. Daarnaast hebben we te maken gehad met hoge kosten voor datamigratie trajecten en extra kosten voor inrichting nieuwe zaaksysteem Djuma, digitale handtekening e.a.(105N)
• In het lopende jaar is besloten om de functies van toezichthouders, inclusief de daarbij horende inhuur, van de afdeling Projecten over te zetten naar de afdeling Ruimtelijk Beheer. Aan het einde van het jaar bleek echter dat een deel van de kosten voor de toezichthouders bij Ruimtelijk Beheer was geboekt, terwijl het andere deel per abuis bij de afdeling Projecten was geboekt. Hierdoor werd niet opgemerkt dat er een tekort ontstond op de inhuur binnen Ruimtelijk Beheer (106N). Daarnaast kunnen medewerkers gedurende het jaar aangeven of ze gebruik willen maken van de RVU-regeling (Regeling Vervroegd Uittreden). Zodra zij hiervan gebruik maken, moet in één keer het doelvermogen voor drie jaar worden gestort in een voorziening. Voor het team Ruimtelijk Beheer maken enkele medewerkers gebruik van deze regeling (49N).
• In het kader van de ruimtelijke ontwikkeling hebben we een personeelsbudget voor de vaste formatie en ramen we gedurende het jaar een budget voor de inhuur van personeel. Hierbij houden we dan ook rekening met baten die deels ter dekking dienen voor de inhuur van personeel. Een deel van onze inhuur en een deel van onze eigen medewerkers brengen wij ten laste van enkele grote projecten. Hierbij kunt u denken aan duurzaamheid en bijvoorbeeld Schagen Oost. Binnen de begroting is deze personele inzet als baten geraamd. In werkelijkheid hebben we alleen een deel van de totale uitgaven overgeboekt naar eerder genoemde projecten omdat het feitelijk ook geen echte baten zijn maar een doorbelasting van kosten. Als gevolg van de werkwijze ontstaat er aan de lastenkant een positief resultaat en aan de batenkant een negatief resultaat. Zie ook de toelichting bij de baten (788V).
• De verantwoording van de reguliere uitvoeringskosten richting projecten moeten conform de BBV op een andere wijze worden verantwoord. Namelijk als een correctie op de reguliere lasten en niet als een extra baat op de verschillende teambudgetten (805V). Per saldo budgettair neutraal zie baten.
• Overige verschillen (12V)

Baten

P6PD2.23 Participatie

• De legesinkomsten voor identiteitsdocumenten zijn dit jaar aanzienlijk hoger uitgevallen dan begroot. In 2024 zijn uiteindelijk meer nieuwe reisdocumenten aangevraagd dan er was verwacht. Deze ontwikkeling heeft zowel gevolgen voor de afdrachten (zie lasten) maar ook voor extra opbrengsten (137V).
• Overige verschillen (19V).

P6PD3.23 Dienstverlening en organisatie

• Voor een aantal grote individuele projecten zijn bijvoorbeeld hogere precario leges voor het gebruik van gemeentegrond opgelegd waardoor we meer opbrengsten hebben dan begroot (85V).
• Overige verschillen (4V).

P6PD4.23 Bestuur

• Voor de bestaande wachtgeldverplichting van de huidige wethouders is een voorziening gevormd. De hoogte van deze voorziening is conform de BBV beoordeeld op mogelijk gebruik van deze voorziening. Op basis van de huidige inzichten was de  opgenomen voorziening te hoog ingeschat en kan een deel van de bestaande gelden vrijvallen in het resultaat. (363V).
• Daarnaast zijn er in de loop van 2024 gelden overgemaakt vanuit de spaarpolis van de ASR ter behoeve van het uitbetalen van pensioen van een voormalig wethouder. Deze overdracht was nog niet in de begroting meegenomen (124V).
• Overige verschillen (15V).

P6PD5.23 Organisatie

• Vanuit het opleidingsbudget worden ook incompany trainingen georganiseerd, waarbij ook andere gemeente kunnen aansluiten bij het volgen van een training/opleiding. Hiervoor wordt een bedrag in rekening gesteld richting de deelnemende gemeente (25V). De opleidingskosten en inkomsten worden vereffend met de reserve opleidingen zodat dit geen effect heeft op het rekeningresultaat.
• Zoals u bij de lasten heeft kunnen lezen hebben we een deel van onze vaste formatie en inhuur van personeel ten laste gebracht van enkele grote projecten. Deze hebben niet als opbrengsten zichtbaar gemaakt maar als lagere lasten in de reguliere exploitatie. Het gevolg hiervan is dat we dan ook minder baten hebben geboekt. inclusief andere mutaties ontstaat er een nadeel (611N).
•  Naast het reguliere salarisbudget (op basis van de formatie) hebben we als gemeente te maken met de inzet van personeel voor de regio, of andere projecten waarop de salariskosten verhaald kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: Sociaal rechercheurs, Nieuwe Wet inburgering en werkzaamheden in het kader van de opvang en huisvesting van Oekraïners of overige werkzaamheden voor de regio. Deze compensatie voor de gemaakte salariskosten vallen hoger uit dan waarmee in de begroting rekening is gehouden (262V).
• De verantwoording van de reguliere uitvoeringskosten richting projecten moeten conform de BBV op een andere wijze worden verantwoord. Namelijk als een correctie op de reguliere lasten en niet als een extra baat op de verschillende teambudgetten (805N). Per saldo budgettair neutraal zie lasten.
• Overige verschillen (1V)

Reserves

Onttrekkingen:

• In 2024 heeft een lagere onttrekking plaatsgevonden uit de reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen. Dit betreft lagere kosten onderhoud van onder andere woningen en garages, culturele gebouwen en gemeentelijke gebouwen. De lagere onttrekking aan de reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen heeft per saldo geen effect op het rekeningresultaat (59N).
• Voor het jaar 2024, is net als voorgaande jaren, een budget in de begroting meegenomen voor het aanschaffen van de benodigde BYOD. In de begroting 2024 is hiervoor een totaalbedrag opgenomen van € 150.000. Dit jaar is hiervan een bedrag gebruikt van € 108.000. In verband met het voornemen om over te stappen van BYOD naar CYOD is er minder gebruik gemaakt van de bestaande regeling (42N).
• De afgelopen twee jaar hebben we meer aan ontwikkeling van de organisatie besteed dan de jaren daarvoor, zodat we kunnen werken aan een organisatie die flexibel, communicatief en netwerkend is. Op deze manier kunnen we inspelen op wat bestuur en de samenleving van ons vragen. Daarnaast hebben we de afgelopen twee jaar meer dan 200 vacatures vervuld. Daar zitten medewerkers bij zonder gemeentelijke ervaring, medewerkers die voor het uitoefenen van hun functie vereiste opleidingen en certificaten moeten halen, en medewerkers die intern zijn doorgestroomd en voor hun nieuwe functie opleidingen gevolgd hebben. Bovendien merken we dat opleidingen door indexering vanwege inflatie het afgelopen jaar aanzienlijk duurder zijn geworden. De hogere kosten op het bestaande budget opleidingen zullen wij na aftrek van de inkomsten onttrekken uit de gevormde reserve Opleidingen, waardoor het geen effect heeft op het rekeningresultaat (39V).
• Overige verschillen (3N).