Resultaat
In het afgelopen jaar hebben wij u tussentijds geïnformeerd over de ontwikkeling van het saldo. In de laatste rapportage (tweede financiële prognose) werd een positief resultaat verwacht van €4.120.127
Het jaarrekeningresultaat 2024 komt uit op een saldo van € 6.441.164. Voorgesteld wordt dit saldo via de resultaatbestemming te storten in de algemene reserve. Na de storting van dit saldo in de algemene reserve komt deze op € 23.110.807.
De verschillen worden toegelicht bij de domeinen of bij de toelichting op de balans.
In de onderstaande tabel zijn de afwijkingen op programmaniveau weergegeven (inclusief mutaties in reserves):
bedragen X €1.000
Begroting na wijziging
Jaarrekening 2024
verschil
programma Sociaal Domein
46.842
45.815
1.027
V
programma Wonen en Ruimtelijke ordening
-1.293
-1.568
275
V
programma Beheer openbare buitenruimte
15.221
15.457
-235
N
programma Duurzaamheid
-217
-1.167
950
V
programma Economische zaken
-2.143
-2.405
263
V
programma Participatie en dienstverlening
53.630
53.130
500
V
programma Financiën
-116.162
-115.703
-459
N
Totaal
-4.120
-6.441
2.321
V
Alle verschillen worden toegelicht in het betreffende programma onder "wat heeft het gekost".
Risicobeheer, renterisiconorm, kasgeldlimiet
Voor de beheersing van de renterisico's gelden twee concrete richtlijnen: de
renterisiconorm en de kasgeldlimiet (beide genoemd in de Wet FIDO).Renterisiconorm
Het totaal van de leningen waarvan de rente komend jaar wordt aangepast en het bedrag
van de jaarlijkse aflossingen, mogen samen niet meer bedragen dan 20% van het
begrotingstotaal. In de tabel renterisiconorm is de ontwikkeling van de renterisiconorm
weergegeven. Wij hebben geen langlopende geldleningen waarop wij de komende jaren
een renterisico lopen. Dus blijven we hierdoor ruimschoots binnen de wettelijke norm
(wet FIDO).Kasgeldlimiet
De wet FIDO schrijft voor dat de toezichthouder (provincie) geïnformeerd moet worden
als de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. In 2024 is de
kasgeldlimiet niet overschreden.Lastendruk
In de Coelo-atlas wordt ieder jaar een objectieve vergelijking gemaakt van de woonlasten
per gemeente. De gemeente Schagen zit landelijk gezien boven het gemiddelde met
plaats 250 op de ranglijst. Op de ranglijst wordt de gemeente met de laagste woonlasten
aangegeven met nummer 1 en de hoogste met nummer 349.Voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning bedragen de woonlasten in Nederland gemiddeld €994 (na aftrek van een eventuele heffingskorting) en €911 voor eenpersoonshuishoudens. In de gemeente Schagen is de gemiddelde woonlast voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning €1.055 en voor een eenpersoonshuishouden €997.
Risicobeheersing
Risicomanagement
Het proces om risico's zodanig te beheersen dat meer zekerheid bestaat dat de organisatie haar doelstelling(en) zal realiseren.Ontwikkeling risico’s
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing maken we onderscheid tussen incidentele risico's en structurele risico's. We zien een ontwikkeling waarbij we meer grip krijgen op de incidentele risico's, en waarbij de structurele risico's stabiliseren doordat de onzekerheid over het gemeentefonds is weggenomen.De weerstandsratio voor incidentele risico's is gestegen naar 37,3, waarbij de hoogte van de risico's vergelijkbaar is als in 2023, maar waarbij de algemene reserve is verdubbeld als gevolg van het positieve jaarrekeningresultaat over 2023. Wanneer de stille reserves buiten beschouwing worden gelaten bedraagt de weerstandsratio 8,9 Dit is hoger dan de streefwaarde van 1,5.
De weerstandsratio voor structurele risico's bedraagt 1,0. Dit betekent dat de gemeente structurele risico's voldoende kan opvangen.
Overige kengetallen
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing staan ook een aantal wettelijk voorgeschreven kengetallen. De netto schuldquote is gedaald van 6,57% naar 2,04%. Dit komt door mutaties aan de passiva kant. Met name de daling van de vaste schulden.
De ratio van de solvabiliteit is gestegen naar 59,25% ten opzichte van 51,81% in 2023. Het percentage belastingcapaciteit van 112% laat zien dat we met onze lokale lasten boven het landelijk gemiddelde bewegen.