Wat heeft het gekost
Totale lasten en baten per doelstelling per resultaat
Programma Duurzaamheid | Bedragen x € 1.000 | ||||||
Omschrijving | Primaire Begroting 2024 | Begroting 2024 na wijziging | Rekening 2024 | Verschil | |||
Lasten | |||||||
P4DU2.23 | Afval, milieu en duurzaamheid | 7.908 | 10.755 | 9.041 | 1.713 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal lasten | 7.908 | 10.755 | 9.041 | 1.713 | V | ||
Baten | |||||||
P4DU2.23 | Afval, milieu en duurzaamheid | 8.110 | 10.971 | 10.208 | 763 | ||
Totaal baten | 8.110 | 10.971 | 10.208 | 763 | N | ||
Saldo van lasten en baten | 202 | 217 | 1.167 | 950 | V | ||
Toevoeging aan reserves | 0 | 0 | 0 | ||||
Onttrekkingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | ||||
Saldo mutaties reserves | 0 | 0 | 0 | N | |||
Totaal resultaat | 202 | 217 | 1.167 | 950 | V |
Toelichting verschillen
Verschillen per doelstelling groter dan € 25.000,- worden hier toegelicht
Lasten
P4DU2.23 Afval, milieu en duurzaamheid
Lagere lasten Afval (161V)
- De kosten voor afvalverwijdering zijn per saldo lager uitgevallen. De kosten hangen samen met het afvalaanbod. Het aanbod is dus lager dan waar rekening mee is gehouden (177V).
- Uit de berekening van de afvalstoffenheffing blijkt dat we dit jaar meer moeten storten in de afvalvoorziening dan oorspronkelijk begroot. Dit hangt samen met het lagere afvalaanbod, waardoor we lagere kosten hebben gemaakt. Daarnaast hebben we iets meer opbrengsten uit de afvalstoffenheffing ontvangen dan verwacht. Het verschil wordt in de voorziening gestort (72N).
- De begroting voor zwerfafval is momenteel opgenomen onder het taakveld “afval”. Volgens de geldende BBV-richtlijnen moeten deze bij een ander taakveld worden geboekt. De kosten voor zwerfafval zijn inmiddels grotendeels bij het juiste taakveld geboekt. Omdat deze constatering pas na de tweede rapportage heeft plaatsgevonden, was het niet meer mogelijk de begroting aan te passen, waardoor er een restantbudget overblijft (57V)
- Overige verschillen (1N).
Lagere lasten duurzaamheid (1.331 V)
- In de begroting is rekening gehouden met uitvoeringskosten waar wij ook subsidie voor ontvangen. Dit betreft vooral de Lokale aanpak Isolatie (NIP gelden), EBA-Stimulerend Energietoezicht Bedrijven, REP-Energiebesparingsprogramma woningen, de CDOKE regeling en de aanpak energiearmoede. De kosten zijn te hoog ingeschat. De uitvoeringskosten in de begroting zijn gelijk getrokken met de opbrengsten die wij ontvangen vanuit het Rijk. De werkelijke uitvoeringskosten voor deze regelingen hebben een doorlooptijd van een aantal jaar. De ontvangen vergoeding van het Rijk kan dan maar gedeeltelijk ingezet worden in 2024. Deze (lagere) kosten hebben per saldo geen effect op het jaarrekeningresultaat zie de toelichting bij de baten. Het overgebleven bedrag mag via de balans worden meegenomen naar 2025.
Lagere lasten(35V)
- In de begroting was per abuis nog een budget opgenomen waar geen lasten tegenover staan in 2024.
Lagere lasten Milieutaken (186V)
- De gemeente heeft geen expertise voor het uitvoeren van controles op het gebied van milieu. Voor het uitvoeren van deze controles wordt specialistische kennis ingehuurd. Gebleken is dat de beschikbaarheid van personeel op het gebied van toezicht geen vanzelfsprekendheid is. De gemeenteraad heeft daarom op 14 mei 2024 besloten om, naast het basistakenpakket, ook de plustaken milieu aan de Omgevingsdienst te mandateren per 1 januari 2026. In 2024 is ingezet op verdere uitwerking van deze mandatering, waardoor niet (volledig) is ingezet op zijn niet controle / veiligheid. Daarnaast was voor de uitvoering van de plustaken budget geraamd die niet is ingezet (192V).
- Overige verschillen (6N)
Baten
P4DU2.23 Afval, milieu en duurzaamheid
Lagere opbrengsten
- Lagere opbrengsten duurzaamheid (1.331N)
In de begroting is rekening gehouden met uitvoeringskosten waar wij ook subsidie voor ontvangen. Dit betreft vooral de Lokale aanpak Isolatie (NIP gelden), EBA-Stimulerend Energietoezicht Bedrijven, REP-Energiebesparingsprogramma woningen, de CDOKE regeling en de aanpak energiearmoede. De baten zijn te hoog ingeschat. De uitvoeringskosten in de begroting zijn gelijk getrokken met de opbrengsten die wij ontvangen vanuit het Rijk. De werkelijke uitvoeringskosten voor deze regelingen hebben een doorlooptijd van een aantal jaar. De ontvangen vergoeding van het Rijk kan dan maar gedeeltelijk ingezet worden in 2024. Deze (lagere) baten hebben per saldo geen effect op het jaarrekeningresultaat zie de toelichting bij de lasten. Het overgebleven bedrag mag via de balans worden meegenomen naar 2025.
- Hogere opbrengsten Regeling reductie energiegebruik (RRE) (568V)
Voor de RRE is in het verleden een beschikking ontvangen. De opbrengsten staan in 2024 per abuis niet begroot terwijl wij conform BBV wel het volledige bedrag in 2024 dienen te verantwoorden (540V). Dit terwijl de lasten al in eerder jaren zijn verantwoord. Verder verantwoorden in 2024 we de opbrengsten van een aantal oudere subsidieregelingen uit voorgaande jaren waarvan de lasten al in eerdere jaren zijn verantwoord (28V).
Reserves