Wat heeft het gekost
Totale lasten en baten per doelstelling per resultaat
Programma Sociaal domein | Bedragen x € 1.000 | ||||||
Omschrijving | Primaire Begroting 2024 | Begroting 2024 na wijziging | Rekening 2024 | Verschil | |||
Lasten | |||||||
P1SD1.23 | Onderwijs | 5.385 | 5.378 | 5.514 | -137 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
P1SD2.23 | Jeugd en gezin | 1.217 | 1.383 | 1.375 | 9 | ||
P1SD3.23 | Sport cultuur kunst | 5.321 | 5.622 | 6.337 | -714 | ||
P1SD4.23 | Grip en sturing op WMO en jeugdzorg | 24.097 | 24.783 | 25.115 | -332 | ||
P1SD5.23 | Armoede en eenzaamheid | 3.507 | 3.465 | 3.503 | -38 | ||
P1SD6.23 | Werk en Inkomen | 14.764 | 19.359 | 18.977 | 382 | ||
P1SD7.23 | Volksgezondheid | 1.459 | 1.592 | 1.569 | 23 | ||
Totaal lasten | 55.750 | 61.582 | 62.390 | -807 | N | ||
Baten | |||||||
P1SD1.23 | Onderwijs | 531 | 1.178 | 1.117 | 61 | ||
P1SD2.23 | Jeugd en gezin | 143 | 149 | -6 | |||
P1SD3.23 | Sport cultuur kunst | 494 | 1.865 | 2.362 | -497 | ||
P1SD4.23 | Grip en sturing op WMO en jeugdzorg | 396 | 420 | 1.328 | -908 | ||
P1SD5.23 | Armoede en eenzaamheid | 79 | 129 | 220 | -91 | ||
P1SD6.23 | Werk en Inkomen | 8.843 | 17.245 | 17.641 | -395 | ||
P1SD7.23 | Volksgezondheid | 244 | 411 | -167 | |||
Totaal baten | 10.343 | 21.224 | 23.228 | -2.004 | V | ||
Saldo van lasten en baten | -45.407 | -40.358 | -39.162 | 1.197 | V | ||
Toevoeging aan reserves | 1.318 | 7.242 | 7.501 | -259 | |||
Onttrekkingen aan reserves | 1.777 | 758 | 847 | -89 | |||
Saldo mutaties reserves | 459 | -6.484 | -6.654 | -170 | N | ||
Totaal resultaat | -44.948 | -46.842 | -45.815 | 1.027 | V |
Toelichting verschillen
Verschillen per doelstelling groter dan € 25.000,- worden hier toegelicht
Lasten
P1SD1.23 Onderwijs
- Door de landelijke migratiecrisis hebben we in het leerlingenvervoer te maken met nieuwe doelgroepen, dit veroorzaakt extra druk op het leerlingenvervoer. De raming in de begroting is bij de 1e rapportage 2024 aangepast aan de werkelijke uitgaven in 2023. Door landelijke ontwikkelingen is nu een daling te zien van de kosten ten opzichte van 2023 (87V).
- In 2017 heeft er een brand gewoed binnen basisschool De Keerkring. Stichting Surplus heeft in eerste instantie alle financiële middelen voorgeschoten en de brandverzekering van de gemeente heeft daarvan een groot deel uitbetaald aan de Stichting. Over een klein gedeelte is echter onenigheid ontstaan tussen de verzekeringsmaatschappij van Surplus en de gemeente. Tot op heden zijn geen vorderingen gemaakt om hiervoor een oplossing te vinden en zullen wij de vordering moeten afboeken (65N).
- De school Wegwijzer/Wielewaal is in eigendom en beheer van de gemeente. Wij ontvangen een leerling-afhankelijke vergoeding van het schoolbestuur. De berekende vergoeding op basis van het leerlingenaantal van 1 oktober 2023 is gelijk aan de raming in onze begroting. De exploitatiekosten (energie, onderhoud en schoonmaak)van de school zijn hoger uitgevallen omdat het nog een oude school betreft, die op de nominatie staat om te slopen (53N). Bij de herinrichting van de Waldervaart zal deze school worden geïntegreerd in het nog te bouwen IKEC Waldervaart.
- Vanuit de ontvangen NPO (Nationaal programma Onderwijs)gelden zijn de middelen die in 2023 beschikbaar zijn gesteld doorgeschoven naar 2024. Dit betekent dat dit jaar nog een correctie op de middelen ontvangen NPO regeling gebracht moeten worden (35V).
- De school de Hoge Akker is nog in eigendom van de gemeente. Het schoolbestuur heeft exploitatiekosten (energie, onderhoud en schoonmaak) in rekening gebracht. Wij moeten de leerlingafhankelijke vergoeding van het schoolbestuur nog ontvangen (54N).
- Binnen de regio wordt uitvoering gegeven aan alle werkzaamheden voor het Regionale Meld - en Coördinatiepunt (RMC). Het RMC richt zich op jongeren tussen 18 en 23 jaar, met het doel voorwaarden te scheppen zodat zij een passende onderwijs- en/of arbeidsmarktpositie kunnen bereiken. In 2024 heeft de afrekening plaatsgevonden over 2023. Deze afrekening zorgde voor een nabetaling aan de regio (39N).
- In het kader van de kinderopvangtoeslag affaire is in 2024 een inhaalslag gemaakt met de ondersteuning en begeleiding van de gedupeerden. De totale uitgaven zijn iets hoger uitgevallen dan het bedrag in de begroting (29N). Wel worden alle kosten die in het kader van deze regeling worden gemaakt via het Rijk vergoed.
- Overige verschillen (19N).
P1SD2.23 Jeugd en gezin
- Overige verschillen (9V).
P1SD3.23 Sport cultuur kunst
- Na het faillissement van Stichting Social Leisure heeft Sportfondsen het beheer van de sportaccommodaties overgenomen conform het contract. Nu blijkt uit de forecast die we hebben ontvangen van Sportfondsen, dat de exploitatiekosten hoger zijn dan de inschatting die bij de tweede tussenrapportage heeft plaatsgevonden. De gemeente is verplicht, conform het contract, de gemaakte exploitatiekosten na te betalen. Deze nabetaling is verwerkt in deze jaarrekening. Daarentegen zijn de uitgaven voor het uitvoeren van het groot onderhoud voor de diverse locaties beperkt gebleven. Per saldo zal er nog nabetaald moeten worden (293N).
- In het kader van het accommodatiebeleid zijn afspraken gemaakt om alle bestaande lichtmasten over te dragen aan de gemeente en tevens te voorzien van LED-verlichting. In 2024 is uitvoering gegeven aan deze afspraak en hebben veel verenigingen de lichtmasten overgedragen. Dit heeft geleid tot een overschrijding op het budget beheer en onderhoud sportterreinen (234N). De hogere uitgaven kunnen wel weer worden onttrokken uit de reserve buitensportaccommodatie conform afspraak, waardoor het geen effect heeft op het rekeningresultaat.
- Het tempo voor het doen van investeringen (investeringen in sportaccommodaties) heeft in de werkelijkheid een andere dynamiek dan waarmee in de begroting wordt gerekend. De afwijkingen die nu ontstaan op het product beheer en onderhoud sportterreinen heeft te maken met een nabetaling die in 2024 heeft plaatsgevonden ten behoeve van de renovatie van de atletiekbaan TAS (74N). Hier tegenover staat een hogere onttrekking uit de reserve buitensportaccommodaties waardoor het geen effect heeft op het rekeningresultaat.
- In 2022 hebben wij opdracht gegeven aan BOEI voor het opstellen van een kerkenvisie. BOEI is een maatschappelijke onderneming die gericht is op herbestemming van cultureel erfgoed. De kerkenvisie is een meerdere jaren omspannend traject. De werkzaamheden behelsden onder andere inventariserende gesprekken met kerkbesturen, informatievoorziening over verduurzamingsmogelijkheden, het opstellen van een inspiratiedocument, informatie over exploitatiemogelijkheden en herbestemming, naast specifieke trajecten voor individuele kerken. Ook in 2024 hebben zij voor ons werkzaamheden verricht waarvan een deel van deze uitgaven niet gedekt konden worden uit het bestaande budget. Hierdoor is een overschrijding ontstaan (44N).
- Door de gemeente is bij het opstellen van de begroting een inschatting gemaakt voor het onderhoud van sportaccommodaties op basis van het meerjarenonderhoudsplan gemeentelijke gebouwen. Echter is gebleken dat bij een aantal sportaccommodaties noodzakelijke reparaties uitgevoerd moesten worden om de sportbeoefening te kunnen borgen (41N). De meerkosten worden verrekend met de reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen
- In 2024 hebben we meer groot onderhoud uitgevoerd en een aantal werkzaamheden naar voren gehaald (47N).
- Overige verschillen (19V).
P1SD4.23 Grip en sturing op WMO en jeugdzorg
- In 2024 zijn de zorgkosten voor de jeugd bij de 2e bestuursrapportage op basis van de prognose bijgesteld. Dit op basis van de gemaakte zorgkosten uit de kwartaalrapportages van de zorgaanbieders. Uit het laatste kwartaal van de zorgaanbieders blijkt toch weer een kleine toename van de kosten te zien op jeugdhulp begeleiding (33N).
- In 2022 is een voorstel aangenomen waarbij vanuit de regio een financiële bijdrage is gevraagd om tot een duurzame inrichting van regionale en lokale zorglandschap te komen, waarbij wij meer in control komen op zowel doelmatigheid en rechtmatigheid. Deze financiële bijdrage, alsmede het borgen van de basiscapaciteit jeugdhulp, zorgen voor meer uitgaven (276N).
- Met betrekking tot de zorgkosten WMO zien wij een aantal ontwikkelingen. De kosten voor hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen zijn lager uitgevallen. Dit heeft vooral betrekking op een daling van het aantal aanvragen dat is ingediend. Echter de kosten voor huishoudelijke hulp en begeleiding zijn toegenomen. Dit heeft deels te maken met de prijsstijgingen voor deze voorzieningen, maar ook met een kleine toename van aanvragen op deze maatwerkvoorzieningen. Per saldo is er in 2024 iets meer uitgegeven dan de opgenomen raming op alle WMO voorzieningen(50N).
- Overige verschillen (27V).
P1SD5.23 Armoede en eenzaamheid
- Vanuit de gemeente wordt veel maatwerk geleverd om in te kunnen spelen op de lokale situatie. Ook in het kader van de Bijzondere bijstand wordt de noodzakelijke hulp geboden om voorzieningen aan te bieden die passen binnen het gemeentelijk beleid. In 2024 is met de bovengenoemde werkwijze iets meer gebruik gemaakt van de bestaande voorzieningen in het kader van de Bijzondere bijstand (33N).
- Op 1 oktober 2024 is het seniorenbeleid vastgesteld. Een belangrijk punt hierin is ‘community care’. Er is nog budget beschikbaar omdat er terughoudend is geacteerd op de ontwikkeling van de wijksteunpunten in 2024 vanwege de komst van het Seniorenbeleid dat vooral in 2025 zijn uitvoering kent (27V).
- In verband met een doorlopende huurovereenkomst waren wij nog huur verschuldigd tot en met 30 september 2024 voor het tijdelijk onderkomen van DOP in Petten. Deze huurkosten zorgen voor een kleine overschrijding op het bestaande budget dorpshuizen (14N).
- Overige verschillen (18N).
P1SD6.23 Werk en inkomen
- Voor de vluchtelingen uit Oekraïne hebben we ook in 2024 weer te maken gehad met diverse kosten. Zo verstrekten we leefgelden en hebben we te maken met overige exploitatiekosten. Hierbij valt te denken aan: de realisatie van huisvesting, de inrichting daarvan en overige kosten. In 2024 hebben we daar ook een inschatting voor gemaakt. Achteraf blijkt dat we hier minder kosten voor hebben gemaakt. De (lagere) kosten hebben per saldo geen effect op het jaarrekeningresultaat omdat we het verschil storten in de reserve nieuwkomers (533V)
- Voor de opvang van asielzoekers door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) hebben wij als gemeente zowel uitgaven als baten begroot. Omdat de kosten lager uitvallen hebben we ook minder opbrengsten zie de toelichting bij de baten (327V)
- Voor het programma nieuwkomers is externe capaciteit ingehuurd voor de werkgroep Spreidingswet voor de 4 gemeenten in de Kop van Noord-Holland. Omdat we de kosten kunnen doorbelasten aan de provincie hebben deze hogere lasten per saldo geen effect op het jaarrekeningresultaat (46N). Zie ook toelichting bij de baten. Op andere inzet binnen het programma is in 2024 minder uitgegeven omdat de in te zetten capaciteit later kon starten dan verwacht (18V).
- In de begroting is rekening gehouden met uitvoeringskosten van de nieuwe Wet Inburgering. De uitvoeringskosten in de begroting zijn gelijk getrokken met de beschikbare gelden die wij ontvangen vanuit het Rijk. De werkelijke uitvoeringskosten voor het inzetten van leerroutes en onderwijsroute hebben een doorlooptijd van 3 jaar waardoor de ontvangen vergoeding van het Rijk maar gedeeltelijk ingezet kan worden. De nog te maken kosten worden op de balans verantwoord (558V).
- Gemeenten ontvangen op grond van de Participatiewet budget voor bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies. Bij het bepalen van het budget voor de begroting 2024 onderdeel Buig is uitgegaan van een voorlopige beschikking vanuit het Rijk. Op basis van deze beschikking zijn ook de geautoriseerde budgetten tot stand gekomen. Half oktober 2024 is de definitieve beschikking ontvangen en konden wij de aanvullende budgetten niet meer bijstellen bij de 2e rapportage. Hierdoor ontstaat nu een overschrijding op het begrote van de Buig (976N). Aan de baten kant wordt er ook meer ontvangen vanuit het Rijk voor de Buig waardoor er per saldo een klein nadeel overblijft. Dit nadeel is voornamelijk toe te schrijven aan de groep uitkeringsgerechtigden die overblijft en vaak inwoners zijn die met meervoudige problematiek te maken hebben en hierdoor moeilijker zijn te bemiddelen naar betaald werk.
- Als zelfstandig ondernemers (tijdelijk) weinig inkomen hebben, kunnen zij mogelijk een Bbz-uitkering aanvragen. Bbz staat voor Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De gemeente beslist of een (startende) zelfstandig ondernemer Bbz krijgt. In sommige gevallen worden advieskosten gemaakt om de aanvraag te kunnen beoordelen. In 2024 zijn minder advieskosten gemaakt (25V).
- Het doel van de Participatiewet is om meer mensen met een ziekte of een beperking bij een gewone werkgever aan het werk te krijgen. In de Participatiewet is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de re-integratie naar arbeid van werknemers die behoren tot de gemeentelijke doelgroep. Gemeenten mogen hiervoor uitkeringsgeld inzetten om mensen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen te helpen aan een baan. In 2024 is hieraan uitvoering gegeven en via verschillende mogelijkheden de bevordering op werk te stimuleren. Ten opzichte van de begroting is dit jaar meer inzet noodzakelijk geweest (66N).
- Overige verschillen (9V).
P1SD7.23 Volksgezondheid
- Overige verschillen (23V).
Baten
P1SD1.23 Onderwijs
- In het kader van de kinderopvangtoeslag affaire is in 2024 een inhaalslag gemaakt met de ondersteuning en begeleiding van de gedupeerden. Voor de werkzaamheden en de gemaakte kosten kan gebruik worden gemaakt van een aparte vergoeding (Spuk -regeling) die hiervoor in het leven is geroepen. Over 2023 heeft een afrekening plaatsgevonden over deze regeling en daaruit bleek dat wij een te hoog bedrag hadden opgenomen op de balans (36N).
- Voor zowel het onderwijsachterstandenbeleid als de gelden die wij ontvangen voor Regionale Meld - en Coördinatiepunt (RMC) worden de ontvangen vergoedingen gelijkgesteld met de gemaakte uitgaven. Hierdoor ontstaat een verschil ten opzichte van de raming (31N)
- Overige verschillen (6V).
P1SD2.23 Jeugd en gezin
- Overige verschillen (6V).
P1SD3.23 Sport cultuur kunst
- Het accommodatiebeleid is gebaseerd op een gedeelde verantwoordelijkheid met betrekking tot de voeding van de reserve. Voor 2/3 deel wordt de reserve gevoed door de gemeente en voor 1/3 deel wordt er een solidariteitsbijdrage gevraagd aan de deelnemende verenigingen. Deze solidariteitsbijdrage wordt gebaseerd op het aantal leden per vereniging. De afgelopen jaren zien wij de ledenaantallen teruglopen, waardoor de gemeente minder inkomsten genereert uit de solidariteitsbijdrage (31N).
- Gemeenten en sportbedrijven kunnen de BTW die hen in rekening wordt gebracht voor investeringen in sport, niet meer in aftrek brengen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties te stimuleren, kunnen gemeenten jaarlijks de Specifieke uitkering stimulering sport aanvragen. Ook voor 2024 is een aanvraag ingediend om de BTW terug te vorderen. In 2024 heeft er een afrekening plaatsgevonden van de gedeclareerde BTW over 2022 en 2023 waarbij meer gelden vrijkomen dan rekening mee was gehouden. Deze afrekeningen in combinatie met de nog terug te betalen BTW over 2024 zorgt voor meer baten (498V)
- Overige verschillen (30V).
P1SD4.23 Grip en sturing op WMO en jeugdzorg
- Uit de onderzoeken van de Verbijzonderde Interne Controle is gebleken dat wij in 2022 en 2023 kosten hebben verantwoord die volgens het woonplaatsbeginsel niet bij de gemeente Schagen horen. Op 13 september 2024 heeft de geschillencommissie een stellige uitspraak gedaan die recht doet aan het in rekening stellen van de gemaakte kosten aan andere gemeenten. Deze uitspraak is " de verantwoordelijke gemeente is met terugwerkende kracht aansprakelijk voor de zorgkosten vanaf 1 januari 2022, ook wanneer de overdracht pas in 2023 of 2024 plaatsvond". In 2023 was nog rekening gehouden met een voorbehoud dat alle gemaakte kosten konden worden verhaald en was derhalve een voorziening gevormd. Op basis van deze uitspraak van de geschillencommissie kan deze voorziening komen te vervallen en kunnen alle kosten gedeclareerd worden bij de verantwoordelijke gemeente (862V).
- De eigen bijdrage voor de voorzieningen van de Wmo zijn conform de CAK-monitor iets hoger uitgevallen dan de opgenomen raming in de begroting. Dit heeft vooral te maken met een groter beroep op de hulpmiddelen (32V).
- Overige verschillen (14V).
P1SD5.23 Armoede en eenzaamheid
- Dit jaar is bij de bijzondere bijstand meer teruggevorderd dan waar rekening mee was gehouden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de verstrekte bijzondere bijstand in veel gevallen op een rechtmatige manier is afgegeven, maar wanneer dit niet het geval is er meteen actie wordt ondernomen om dit terug te vorderen (72V).
- Overige verschillen (19V).
P1SD6.23 Werk en inkomen
- Hogere opbrengsten Oekraïners (51V)
Vluchtelingen uit Oekraïne met een baan of eigen inkomsten moeten vanaf 1 juli 2024 maandelijks meebetalen aan hun opvang in een gemeente. Zij krijgen geen leefgeld meer. Er zijn meer opbrengsten ontvangen dan waar in de begroting rekening mee is gehouden (34V). Verder ontvangen we meer opbrengsten uit de normvergoeding opvang Oekraïners dan waar in de begroting rekening mee is gehouden (17V).
- Lagere opbrengsten COA noodopvang Schagen Oost (56N)
Voor de opvang van asielzoekers door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) hebben wij als gemeente zowel uitgaven als baten begroot. Omdat de kosten lager uitvallen hebben we ook minder opbrengsten zie ook de toelichting bij de lasten (327N). Verder is in de overeenkomst afgesproken dat het COA met ingang van 1 februari 2024 € 21.000,- per maand betaalt aan de gemeente voor de huur van de grond van de opvanglocatie (231V) waar de gemeente zelf geen kosten voor maakt. Verder zijn kosten voor inzet personeel in rekening gebracht bij het COA waar al dekking voor is in de reguliere personeelsbegroting (40V).
- Voor het programma nieuwkomers is externe capaciteit ingehuurd voor de werkgroep Spreidingswet voor de 4 gemeenten in de Kop van Noord-Holland. Omdat we de kosten kunnen doorbelasten aan de provincie hebben deze hogere opbrengsten per saldo geen effect op het jaarrekeningresultaat (46V). Zie ook toelichting bij de lasten.
- In de begroting is rekening gehouden met de voorlopige beschikking die is ontvangen voor de gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en de Bbz 2004. In oktober is een definitieve beschikking ontvangen die aanzienlijk hoger uitviel, een groot deel is ter compensatie van de gestegen kosten van de uitkeringsbedragen (882V).
- In de begroting is rekening gehouden met uitvoeringskosten van de nieuwe Wet Inburgering. De uitvoeringskosten in de begroting zijn gelijk getrokken met de beschikbare gelden die wij ontvangen vanuit het Rijk. De werkelijke uitvoeringskosten voor het inzetten van leerroutes en onderwijsroute hebben een doorlooptijd van 3 jaar waardoor de ontvangen vergoeding van het Rijk maar gedeeltelijk ingezet kan worden. De nog te verrekenen kosten worden op de balans verantwoord (558N).
- In de colleges is besloten om te komen tot een regionale aanpak jeugdwerkloosheid die aansluit bij de aanpak voortijdig schoolverlaters in de RMC-regio’s. Met de gemeenten uit de Kop van Noord-Holland zijn we vanuit de participatiewerkgroep tot een projectplan gekomen dat nu moet worden uitgevoerd. Vanuit de regiogemeente Den Helder is hiervoor eenmalig geld beschikbaar gesteld om hier uitvoering aan te geven (49V).
- Overige verschillen (19N).
P1SD7.23 Volksgezondheid
- Vanuit het Rijk zijn gelden ontvangen via de brede SPUK-regeling die voortvloeit uit het sportakkoord II, het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Preventieakkoord. Deze gelden worden beschikbaar gesteld voor de periode 2023 t/m 2026. Bij de verantwoording over 2023 was in eerste instantie rekening gehouden met een terugbetaling van een deel van deze gelden. Echter bleek dat binnen de regeling ook kosten konden worden uitgewisseld, waardoor de terugbetaling onterecht was. De opgenomen terugbetaling vervalt nu in het resultaat 2024 (157V)
- Overige verschillen (10V).
Reserves
toevoegingen:
- Op basis van de huidige uitgaven voor leefgelden en overige kosten voor de opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne hebben we een inschatting gemaakt voor het gehele jaar 2024. Het betreffen uitgaven die gedekt worden uit normvergoedingen en specifieke transitievergoedingen. In de bijgestelde begroting is een dotatie geraamd van € 3.863 miljoen. iIn werkelijkheid valt de storting hoger uit. Dit komt doordat de huidige uitgaven voor leefgelden en overige kosten voor de opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne lager uitvallen in 2024 (584N).
- In de reserve buitensportaccommodaties heeft er een lagere storting plaatsgevonden. Dit komt doordat er in het kader van de SPUK BTW een voorschot is opgenomen ter hoogte van € 1.060.000. In werkelijkheid heeft de gemeente recht op een teruggave van BTW voor een bedrag van € 736.000. (324V).
- overige verschillen (1V).
onttrekkingen:
- In 2024 heeft een hogere onttrekking plaatsgevonden uit de reserve gebouwen basisonderwijs. Hiertegenover staan hogere kosten van onderhoud aan de gebouwen basisonderwijs. Per saldo heeft dit geen effect op het rekeningresultaat (49V).
- In 2024 heeft een hogere onttrekking plaatsgevonden uit de reserve
buitensportaccommodaties. Dit betreft afrekeningen van investeringen en de overname van lichtmasten bij sportverenigingen (39V).
- overige verschillen (1V).